Wednesday, October 16, 2013

Schipborg, Lauwersmeer en herfsttuin

Schipborg




In alle drukte van de week van de aardappels en paddestoelen bracht ik ook nog een bezoek aan mijn paddestoelengoeroe Jur Evenhuis. Na lange tijd reed ik weer naar de kop van Drenthe, waar ik in de jaren '80 met man en kinderen woonde en waar Jur mij in 1980 de fijne kneepjes bijbracht van het zoeken, determineren, plukken en bereiden van wilde paddestoelen. Het was een fijne herontmoeting, die bijna geheel stond in het teken van... de paddestoel. 
Behalve een periode op Terschelling heeft Jur zijn hele leven op een van de mooiste plekken van Nederland gewoond: aan de Drentsche Aa in Schipborg, waar hij met zijn zoon Ernst tegenwoordig zomerhuisjes verhuurd. Hun 'bedrijf' heet Músarrindill, een naam die duidt op de ijslandse pony's die zij fokken en waar zij ritten mee organiseren voor bezoekers. Kuierend over de hei tegenover zijn huis werden wij het eens dat het totnutoe nog niet bepaald een geweldig paddestoelenjaar is geweest. We vonden dan ook maar twee miserabele kastanjeboleetjes op een plek waar anders een overvloed aan soorten staat. Jur klaagde over het feit dat hij veel concurrentie heeft gekregen op de plekken waar hij paddestoelen zoekt en betreurde alle plekken die intussen door asfalt of bosmaaier voorgoed verdwenen zijn. Inderdaad, ook in Groningen/Friesland heb ik elk jaar weer te maken met vernielde bermen en andere plaatsen, ook middenin de bossen, waar groot geschut niet gemeden wordt. Ja ja, voor de rugstreeppad worden hele vinexwijken verlegd of uitgesteld, maar er heeft nog nooit iemand rekening gehouden met het mycelium van de duizenden soorten paddestoelen die hier groeien, waarvan er inmiddels vele op de Rode Lijst van zeldzame wilde planten staan.
Ernst en Marianne ontvingen ons met een heerlijk soepje (nee, er zaten geen paddestoelen in), waarna ik de nieuwe zomerhuisjes mocht bezichtigen. Van Ernst mag ik in november een poosje van een gebruik maken - het lijkt me heerlijk om een tijdje te zitten schrijven aan een nieuw boek, al starend naar de Drentsche Aa.


Lauwersmeer
Vandaag reed ik naar Dokkum door het Lauwersmeergebied, waaraan mijn dorp grenst. Het viel mij weer op hoe er met grof geweld doorheen geragd wordt wanneer de maaitijd is aangebroken. De mensen die de machines bemannen hebben geen enkel oog of gevoel voor de natuurlijke schoonheid en inrichting van het gebied, met als resultaat dat er plekken zijn die op Ground Zero lijken (natuurlijk heeft het ook met tijd en geld te maken). Troost was de grote zilverreiger die statig door het water waadde (het witte stipje in het water middenin de foto), en de schitterende luchten op deze bijna zwoele herfstdag.



Herfsttuin
Op deze mooie zonnige ochtend loop ik door de herfsttuin - het is verbazingwekkend hoeveel er nog te oogsten valt: tomatillos, pompoenen, vier soorten courgettes, snijbiet, aardperen, limaboontjes, groenlof, andijvie en heel veel kruiden. Binnenkort knip ik de verveinetakken af en droog ik de blaadjes voor de thee, of om in appelmoes mee te laten koken, een heerlijke variant op de eeuwige kaneel. De springbalsemienen laat ik nog even staan tot het weekend, omdat kleinkinderen Misha en Remy de zaden zo graag kietelig in hun handjes laten springen en de zaadjes opeten. Ook de paar wietplanten waarop ik vanaf mijn bureau uitzicht op heb, staan er weelderig bij; nog even en dan...



Nu breekt de tijd aan waarop ik binnenshuis steeds opnieuw stilleven(tjes) opbouw, van verzamelingen: peper- en zoutvaatjes in de vorm van groenten, mijn steeds wassende collectie paddestoelen, van blikjes en borden etc. De reden waarom ik het zo leuk vind om mijn eigen boeken met foto's te illustreren: zo kan ik schaamteloos mijn collecties tentoonstellen en worden tekst en illustraties een soort eenheid van opvatting en zienswijze.










No comments:

Post a Comment